02-02-2023
Dans- en theatermaker Marleen Hendrickx: ‘Mensen moeten weten dat intersekse bestaat
Marleen Hendrickx timmert flink aan de weg met een solo- en groepsvoorstelling over intersekse. Ze wordt uitgenodigd in talkshows om haar verhaal te delen en inmiddels is ze alweer met een volgende performance bezig. ‘Ik geloof in de kracht van een mens met een verhaal. Een verhaal dat verteld moét worden. Daar verander je de wereld mee.’
Waar gaat je voorstelling over en waarom heb je die gemaakt?
‘X Y I gaat over intersekse. Dat wil zeggen dat je geboren bent met een lichaam dat niet geheel mannelijk of vrouwelijk is. Wat ik zelf ook ben. Waarom ik het stuk gemaakt heb? Allereerst uit een behoefte om mezelf te kunnen uiten. Om te claimen dat ik er mag zijn. Mensen moeten weten wat intersekse is en wat er met ons is gebeurd. We komen uit een decennialange traditie van geheimhouding. Waaraan racistische motieven ten grondslag liggen. In niet-westerse culturen was intersekse voor de kolonisatie veel meer geaccepteerd.’
In de medische wereld, maar ook de maatschappij, wordt intersekse vaak als een afwijking of beperking gezien. Is het dat?
‘Als je naar mijn variatie kijkt – ik ben uiterlijk vrouw, maar heb geen baarmoeder en eierstokken – is er buiten het feit dat ik geen kinderen kan krijgen, geen beperking. Ik kan alles wat anderen ook kunnen. Het is in feite de maatschappij die beperkt is, omdat we het idee opgelegd hebben gekregen dat er enkel mannen en vrouwen zijn. Een heel binair idee. Wat biologisch ook niet klopt.
Vanaf de jaren 50 is de medische wereld begonnen intersekse kinderen te opereren om maar binnen het man-vrouw plaatje te passen. Om te verhullen dat er zoiets als intersekse bestaat. Om te verbloemen dat er een ‘probleem’ bestaat. En daarmee begonnen de problemen pas goed, psychisch en lichamelijk. Het is een beperking dat je je hele leven hormonen moet slikken of dat je bepaalde ingrepen aan je geslachtdelen moet ondergaan.’
Je bent opgegroeid als meisje, alsof er niets aan de hand was voor de buitenwereld. En op een gegeven moment ben je iets met dans, met ballet gaan doen.
‘Ja, dat is grappig. Eigenlijk ben ik begonnen met turnen maar op mijn elfde ben ik ook gaan dansen. Op mijn veertiende of vijftiende wist ik dat ik van dans mijn beroep wilde maken, ik zou en moest naar de dansacademie. Maar om toegelaten te worden moest je in die tijd ook ballet kunnen. Toen ik ermee begon, speelde dit verhaal het hevigst. Ik was al een paar jaar volledig op de hoogte van wat er met me aan de hand was. En mijn hele leven was erop ingericht dat niemand iets mocht merken. Dansen paste daar goed in. Ik dacht: als ze komen controleren of ik wel echt een meisje ben, dan zit ik in ieder geval op ballet. Als een ultiem alibi. Om dezelfde reden had ik – terwijl ik zelf niet menstrueer – altijd maandverband in mijn tasje, om uit te delen als een klasgenote of vriendinnetje erom vroeg.’
Hoe was dat toen je naar de dansacademie ging? Hoe werd er met je intersekse zijn omgaan?
‘Ik heb er tijdens mijn opleiding nooit over gesproken. Wat ik terugkijkend best bizar vind. Ik heb de Fontys Dansacademie in Tilburg gedaan. Dat was toen nog echt een opleiding van de oude stempel, vond ik. Je komt binnen, de kennis die je al hebt wordt eruit geslagen en je bouwt alles weer op vanaf het begin. Dat is wel veranderd. Dansopleidingen handelen nu veel meer vanuit waar het werkveld om vraagt: wat neem je mee, wat ken je al, wat is je favoriete stijl, wie ben je als persoon en hoe sta je in het leven. Een veel veiligere omgeving om iets te delen, als je dat wilt.
De periode dat ik op de dansacademie zat, was gelijk ook de meest gesloten periode in mijn leven. Erover praten was echt geen optie. Ballet heb ik trouwens nooit leuk gevonden. Ik weet niet of dat met intersekse te maken heeft, maar mijn lijf is best hoekig gebouwd. Niet het ‘perfecte’ lichaam voor ballet.’
Maar dansen bleef wel jouw ding, wat heeft het je gebracht?
‘Doordat je intersekse bent en er medisch in je lichaam ingegrepen is, ervaar je een zekere distantie van dat lichaam. Een gevoel van schaamte ook, maar dat zit vooral in je hoofd. Dans is heel fysiek en heeft me erg geholpen om de connectie met mijn eigen lichaam weer te maken. Tijdens mijn therapie – ik was toen een jaar of twintig – heeft dansen geholpen mijn eigen lichaam te aanvaarden. Te accepteren wie ik ben.’
Wat heeft bij jou de knop omgedraaid om er toch mee naar buiten te komen? En zelfs voorstellingen over het thema te maken?
‘Na twee jaar Fontys heb ik in Utrecht de bacheloropleiding theater-, film- en televisiewetenschap gedaan. Ik heb tussendoor een jaartje in New York gedanst en kwam toen in 2013 bij jongerentheatergroep DOX in Utrecht terecht, waar toen nog Marjan Barlage en Sassan Saghar Yaghmai zaten. Daar voelde ik echt: dit is wat ik wil! De combinatie van dans, theater en maatschappelijk onderwerpen vond ik heel interessant. Uitgangspunt voor de voorstellingen van DOX was: wat is jouw verhaal?
Tijdens een van de repetities werd gevraagd: wat is jouw grootste geheim? En toen floepte ik er tot mijn eigen schrik alles uit. Dit mag niet worden gebruikt, heb ik gelijk gezegd. Maar Marjan reageerde heel lief: weet dat het podium ook een plek kan zijn waar je je verhaal kunt delen. En dat heb ik een paar jaar later, toen Marjan en Sassan in Deventer hun eigen gezelschap, ID Theatre Company begonnen, ook gedaan.
Hun eerste voorstelling ging over identiteit. En tijdens het auditie doen kwam alles er weer uit. Ik was zo boos dat ik al die jaren had moeten zwijgen, dat intersekse personen hier nog steeds niet vrijuit over konden praten, dat ik tegen Marjan zei: en nu wil ik mijn verhaal vertellen. Als het niet in deze voorstelling is, dan op een andere manier! Ik werd aangenomen en zo vertelde ik voor het eerst mijn verhaal, in een kleine monoloog met dans. Daarvoor heb ik me erg laten inspireren door de singer-songwriter Stromae. In de videoclip van Tous Les Mêmes switcht hij letterlijk van man naar vrouw.’
En nu tour je rond met de voorstelling X Y I. Voor wie heb je die gemaakt?
‘Ja, ik heb de afgelopen tijd twee voorstellingen gemaakt. Mijn solo X Y I en de groepsvoorstelling X Y WE, met vijf andere intersekse personen, ongetrainde spelers allemaal. Daarnaast heb ik een impactcampagne opgezet. Ik heb mezelf drie doelen gesteld. Ten eerste moest het aantal Nederlanders die weten wat intersekse is van 30 naar 50% omhoog. Ten tweede wilde ik de voorstellingen ook in ziekenhuizen kunnen spelen, want samen met de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit NNID streef ik een verbod op niet medisch noodzakelijke operaties op intersekse kinderen na. En de derde doelgroep was de intersekse gemeenschap zelf. Door het jarenlang geheimhouden wordt er ook binnen de verschillende verenigingen weinig over gepraat en ik wilde een alternatief laten zien. Dat open zijn over intersekse je heel veel brengt. In december hebben we een gezamenlijk ledendag georganiseerd. Daarop hebben we de groepsvoorstelling voor enkel intersekse mensen gespeeld.’
Het klinkt heel goed doordacht. Wie ondersteunen je bij je missie?
‘Mijn solo is begonnen als afstudeervoorstelling aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Daar heb ik de opleiding Theaterdocent Verkort gedaan, voor mensen die al acteur, mimer of danser zijn. De opleiding stelt je eigen bronnen centraal. Wat is jouw verhaal dat je wil delen? Corina Lok, het hoofd van de opleiding, Hanna Timmers die later mijn regisseur is geworden en mimedocent Jan Taks hebben me heel erg bij het maakproces ondersteund. Hoe maak je een verhaal invoelbaar voor mensen die dat zelf niet hebben meegemaakt? Hoeveel informatie moet je geven? Bij het dramaturgisch zoeken heb ik veel aan mijn opleiding gehad. Verder heb ik enorm veel steun gehad aan de producent van mijn voorstelling, Peter Dictus van Bureau Pees. Zonder Pees had het nooit zo groot kunnen uitrollen. Zij maken sociaal-artistieke voorstellingen en denken erg goed mee.’
Hoe vind je dat de cultuurwereld omgaat met genderdiversiteit?
‘Er is binnen de culturele sector steeds meer aandacht voor. Kijk maar eens hoeveel queer voorstellingen er het afgelopen jaar niet zijn geprogrammeerd. Maar we moeten uitkijken dat het geen hype wordt, dat dingen voor de vorm worden gedaan en het teveel aan de oppervlakte blijft. Met een contextprogramma of nagesprek kun je meer diepgang aan een voorstelling geven. Zoals Maas theater en dans bijvoorbeeld in hun NOW TALKS doet.
Vaak zijn het de kleine dingen waardoor je je niet veilig voelt. Dat een theater je voorstelling wel programmeert, maar dat de toiletten nog heel erg man en vrouw zijn. Of dat een medewerker je steevast met de verkeerde pronouns aanspreekt.’
Hoe wil je zelf aangesproken worden?
‘Met zij/haar. Bij mijn geboorte is me zij/haar toegekend en ik heb me daarin nooit zo belemmerd gevoeld dat ik het aan heb willen passen. Maar bij formulieren vul ik wel altijd X in als geslacht. Als een vorm van protest.’
Wat kunnen cultuurprofessionals doen om minder binair te denken?
‘De culturele wereld denkt vaak dat ze erg vooroploopt op het gebied van diversiteit & inclusie, maar er zijn nog enorme blinde vlekken, er valt nog veel te leren. Het zou goed zijn als culturele instellingen om de zoveel tijd voor alle medewerkers een soort dialoogavonden zouden organiseren. Over verschillende deelthema’s. Zoals ik zelf tijdens mijn studie bij de AHK heb meegemaakt. Om een werksfeer te creëren waarin mensen met andere verhalen zich welkom voelen.’
Inmiddels ben je alweer met de volgende performance bezig.
‘Ja. Ik wil het verhaal van een intersekse persoon uit de negentiende eeuw, de memoires van Herculine Barbin, bewerken voor het toneel. Want de geschiedenis van intersekse vind ik net zo belangrijk als het bestaan ervan.’