20 oktober 2025

Co-creatie als spiegel: Hoe Twentse jongeren de codes van het museum bevraagden

    Foto: Roy te Lintelo

    Hoe maak je als museum écht ruimte voor jongerenstemmen, zonder dat hun inbreng beperkt blijft tot meedenken vanaf de zijlijn? Rijksmuseum Twenthe (RMT) besloot het gewoon te doen: elf jongeren tussen 18 en 25 jaar kregen volledige vrijheid om een tentoonstelling te maken over wat voor hén belangrijk was. Het resultaat: een intensief co-creatieproces waarin machtsverhoudingen zichtbaar werden, generaties elkaar beter leerden begrijpen, en museumprofessionals zelf werden uitgedaagd.

    De Code Diversiteit & Inclusie sprak met Julia Wolters (Hoofd Publiek en Presentaties) en Sophie Reef (Projectleider Tentoonstellingen), die het project begeleidden.

    Het idee ontstond na een project met afstudeerders van de kunstacademie in Enschede, vlak na de coronaperiode. Studenten konden zich via een open call aanmelden voor een plek in een tentoonstelling bij het Rijksmuseum Twenthe. Daarbij moesten ze toelichten waarom ze het werk dat ze instuurden hadden gemaakt. In veel van die toelichtingen kwamen thema’s als eenzaamheid en maatschappelijke druk naar voren. “Dat raakte ons,” vertelt Julia. “We realiseerden ons: we willen meer doen met die belevingswereld. Niet alleen een tentoonstelling tonen, maar jongeren echt een stem geven.”

    Vanuit dat inzicht besloot RMT een stap verder te gaan: het museum schreef opnieuw een open call uit. Dit keer niet voor bestaand werk, maar voor jongeren tussen de 18 en 25 jaar die zelf een tentoonstelling wilden maken over wat voor hén belangrijk is. De selectie was bewust divers: mbo’ers, studenten van Saxion Hogeschool, Universiteit Twente, ArtEZ Conservatorium en AKI kunstacademie, jongeren in een tussenjaar, en met verschillende achtergronden. Na gesprekken startte een groep van elf jongeren aan wekelijkse bijeenkomsten en maandelijkse workshops.

    De jongeren kozen het thema “Tussen hoop en vrees”, over macht en onmacht in een wereld vol ingrijpende gebeurtenissen: van genocides en conflicten tot een constante stroom aan alarmerend nieuws via social media. “Het ging niet alleen over wanhoop,” vertelt Julia. “Maar ook over: wat kunnen wij zelf doen? Waar kunnen we de controle pakken?”

    Foto: Tessa Wiegerinck

    Kaders bevragen

    Het project betekende een fundamenteel andere manier van werken. Sophie: “Normaal gesproken heeft iedereen binnen een project zijn eigen verantwoordelijkheidsgebied waarin keuzes worden gemaakt en beslissingen worden genomen. Maar deze jongeren wilden alles samen beslissen. Dat vroeg ons geduld en vertrouwen te hebben.”

    De jongeren kozen grotendeels zelf de kunstwerken, schreven objectbordjes en stelden vragen over het gebruik van de tentoonstellingsruimte. “Ze wilden bijvoorbeeld een plek met zitzakken en kussens en gesprekken voeren op zaal, terwijl dat doorgaans eigenlijk niet gebeurt,” vertelt Julia. “Dat zette ons aan het denken: waarom zou dat eigenlijk niet kunnen? Waarom houden we zulke vaste ideeën over tentoonstellingen vast?”

    De jongeren bevraagden de traditionele codes van museumbezoek: stilte versus gesprek, kijken versus interactie. “Ze zagen het museum niet als stilteruimte, maar als plek voor dialoog,” vertelt Sophie. “Dat was verfrissend en confronterend, omdat het onze routines zichtbaar maakte.”

    Het project hield het museum een spiegel voor. “De jongeren stelden vragen over werkwijzen en gewoontes die voor ons vanzelfsprekend waren geworden,” vertelt Julia. “Waarom kan dit niet anders? Moeten we echt altijd binnen deze kaders blijven werken? Door hen zijn we ons opnieuw bewust geworden van onze eigen aannames, maar ook van de ruimte die ontstaat als je die durft los te laten.”

    Foto: Sophie Reef

    "Door de jongeren zijn we ons opnieuw bewust geworden van onze eigen aannames."

    Een gelijk speelveld creëren

    Een belangrijk uitgangspunt was dat de jongeren niet slechts ‘meededen’, maar gelijkwaardig onderdeel waren van het proces. Daarom kregen ze voor hun inzet ook betaald. “Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar in de cultuursector gebeurt dat lang niet altijd,” zegt Sophie. “Door hen te betalen, neem je hun bijdrage serieus. Het zorgde bovendien voor een groter verantwoordelijkheidsgevoel bij de jongeren zelf: ze voelden zich écht onderdeel van het project.”

    Daarnaast kregen ze masterclasses waarin ze vaardigheden leerden die ze in hun verdere loopbaan kunnen gebruiken, werden ze uitgenodigd voor personeelsfeesten en borrels, en actief betrokken bij verschillende afdelingen binnen het museum. “We wilden dat ze niet aan de zijlijn stonden, maar echt meedraaiden als collega’s,” zegt Julia. “Dat maakte het contact gelijkwaardiger. Je merkte dat de drempel om ideeën te delen daardoor lager werd.”

    Toch werden er wel degelijk machtsverhoudingen zichtbaar. Julia: “Ik begon dit traject als conservator en projectleider, maar kreeg halverwege een nieuwe functie als Hoofd Publiek en Presentaties. Ik hoopte dat die wisseling niks uit zou maken, maar een paar jongeren wezen me erop dat zo’n titel toch een bepaalde hiërarchie impliceert. Dat was een blinde vlek van mij.” Ook het gebouw en de museale context speelden een rol. “Het museum straalt voor veel jongeren iets formeels uit,” vertelt Sophie. “Door ze actief onderdeel te maken van de organisatie, en ze ook financieel te waarderen, haal je die afstand deels weg. Maar het blijft belangrijk om machtsverhoudingen expliciet te bespreken.”

    Foto: Roy te Lintelo

    Uit de ivoren toren stappen

    De wat oudere bezoekers van de tentoonstelling waren zichtbaar geraakt door wat ze zagen. “Als ik op zaal liep, zag ik hoe ze geconfronteerd werden met de belevingswereld van jongeren en daarover met elkaar in gesprek gingen,” vertelt Sophie. “Hopelijk heeft het bijgedragen aan meer begrip en verbinding tussen verschillende generaties.”   

    Het effect ging ook de andere kant op: “Het project heeft meer jongeren naar het museum getrokken,” zegt Julia. Dit sluit aan bij de visie van RMT: wie doelgroepen wil bereiken, moet ze actief betrekken. “Je kunt niet invullen waar ze op zitten te wachten; je moet het samen ontdekken.” De bezoekersaantallen laten zien dat deze aanpak werkt.

    De tentoonstelling zelf is inmiddels niet meer te zien; wel staan nieuwe co-creatie projecten op de planning. Ook onderzoekt het museum hoe de jongeren ook op lange termijn een rol kunnen spelen.

    Tips voor succesvolle co-creatie met jongeren

    Julia en Sophie delen hun belangrijkste inzichten voor musea die jongeren actief willen betrekken: 

    • Geef jongeren echte zeggenschap: laat hen thema’s, werken en presentatievormen zelf kiezen

    • Bevraag je eigen aannames: durf bestaande werkwijzen en vaste patronen ter discussie te stellen

    • Creëer een gelijk speelveld: betaal jongeren voor hun inzet en betrek ze actief bij verschillende afdelingen, zodat ze zich écht onderdeel van de organisatie voelen

    • Maak tijd en ruimte: co-creatie kost tijd, overleg, geld en geduld; houd hier rekening mee

    • Wees je bewust van machtsverhoudingen: bespreek expliciet hoe titels, ruimtes en processen invloed hebben op de samenwerking.

    • Zend niet, maar faciliteer: geef begeleiding en structuur, maar laat de jongeren echt meebepalen en experimenteren.

    • Stap uit je ivoren toren: wie jongeren als publiek wil bereiken, moet hen actief betrekken; samen ontdekken werkt beter dan invullen voor een ander