Complexe en beladen aspecten van diversiteit en inclusie begrijpen
.jpg/dbb9118c85cb6dd4aef2bad11ce0f632/feed-linkedin,-facebook---codedi-(5).webp)
Als je als culturele organisatie begint bij een goed beeld hebben waarom je diversiteit en inclusie als culturele organisatie nastreeft, dan weet je ook waarom je d&i belangrijk vindt.
De waaromvraag binnen diversiteit & inclusie
De Code Diversiteit & Inclusie wordt steeds breder toegepast door culturele instellingen die in hun activiteitenplan laten zien hoe ze uitvoering geven aan de code. Toch worstelen culturele organisaties nog steeds met een goed beeld hebben waarom je als organisatie diversiteit en inclusie nastreeft, waarom je het zo belangrijk vindt? Dat blijkt ook uit het recente rapport 'Verbeterkansen Code D&I' van onderzoeksbureau DoDiversity.
De waaromvraag binnen diversiteit & inclusie
Hoewel de Code D&I wel ingaat op de sociale, artistieke en zakelijke voordelen van inclusie, laat het onderzoek zien dat er verschillende verwachtingen bestaan over hoe diepgaand deze uitleg moet zijn. Het rapport schetst een duidelijke verlangen: de achterban heeft meer behoefte aan uitleg over de onderliggende redenen van D&I-beleid. Maar liefst 95% van de respondenten vindt het belangrijk om de 'why' van diversiteit en inclusie te begrijpen, terwijl slechts 75.2%% ervaart dat Code Diversiteit & Inclusie deze voldoende duidelijk maakt.
De spanning tussen verschillende perspectieven
Een deel van de respondenten uit het rapport Verbeterkansen Code D&I verlangt kritische reflectie op machtstructuren en een grondige probleemanalyse: waar komen onbewuste vooroordelen vandaan? Zij pleiten voor een uitgebreide uitleg met aandacht voor sociale ongelijkheid en historische context, zoals het koloniale verleden, en hoe dit zich manifesteert in organisaties en machtsstructuren. Een 'why'-benadering die deze aspecten niet bespreekt, wordt door hen als "oppervlakkig" beschouwd.
Andere deelnemers in de focusgroepen herkennen deze behoefte aan diepgang echter niet. Zij waarschuwen juist dat te veel nadruk op het 'waarom' potentieel afschrikkend kan werken. Deze groep vraagt om een balans tussen achtergrondinformatie en praktische handvatten, met de suggestie om diepgaande informatie beknopt te houden in de hoofdtekst.
Theoretische perspectieven op diversiteit en inclusie
Volgens onderzoeker Brian Doornenbal zijn er twee perspectieven te onderscheiden in het denken over D&I (Van Dijk et al., Journal of Business Ethics):
Het deontologisch perspectief: D&I is belangrijk omdat het eerlijk en rechtvaardig is - een morele plicht
Het utilistisch perspectief: D&I is belangrijk omdat het bijdraagt aan betere prestaties - een praktisch voordeel
Uit het onderzoek 'Verbeterkansen Code D&I' blijkt dat onder de Code D&I-achterban vooral het eerlijkheidsperspectief leeft: inclusie wordt gezien als noodzakelijk om sociale ongelijkheid tegen te gaan.
De nuance in het zakelijke perspectief
Jan-Maarten van Sonsbeek, programmaleider bij het Centraal Planbureau, biedt een genuanceerde kijk op de zakelijke argumenten voor diversiteit: "De meeste onderzoeken concluderen dat meer diversiteit per saldo positieve effecten heeft voor een organisatie: het leidt bijvoorbeeld tot meer creativiteit en meer innovatie. Als een homogene groep diverser wordt, ontstaat er meer ruimte om langs verschillende invalshoeken naar een vraagstuk te kijken. De kans om in een tunnelvisie gevangen te raken, neemt dan af."
Van Sonsbeek waarschuwt tevens tegen een te eenzijdige focus op financiële voordelen. De 'business case' voor diversiteit wordt volgens hem vaak als vanzelfsprekend gepresenteerd om organisaties over de streep te trekken, maar wordt niet altijd ondersteund door onderzoeksresultaten. Recent onderzoek van CPB en SCP naar het aandeel vrouwen aan de top van het bedrijfsleven maakt de case voor een hoger aandeel vrouwen primair vanuit het perspectief van kansengelijkheid, niet vanuit winstgevendheid. Het pushen van diversiteit vanuit enkel financiële overwegingen kan zelfs contraproductief zijn: als de financiële effecten tegenvallen, kan het commitment aan d&i-beleid snel verdwijnen.
"Diversiteit is de brandstof, inclusie is de motor."
Inclusie als cruciale factor
In het Financieele Dagblad van 7 april 2023 benadrukten Martin van Engel en Brian Doornenbal van DoDiversity dat het succes van D&I niet alleen afhangt van diversiteit zelf, maar vooral van de mate van inclusie binnen een organisatie. Zij illustreren dit met een treffende metafoor: "Diversiteit is de brandstof, inclusie is de motor."
Deze observatie is cruciaal: zonder inclusie kan diversiteit zelfs leiden tot spanningen en conflicten. Pas wanneer er een inclusieve cultuur bestaat, kunnen verschillen in achtergrond, kennis en ervaring daadwerkelijk bijdragen aan samenwerking en betere resultaten.
Tegelijkertijd signaleren zij een toenemende vraag naar harde onderbouwing: "Wij krijgen nu vaker de vraag wat het nut is van diversiteit en inclusie. Opdrachtgevers willen anderen binnen hun organisatie overtuigen en daar hebben ze harde gegevens voor nodig."
Conclusie
Het rapport Verbeterkansen Code D&I geeft drie concrete aanbevelingen om de waaromvraag van diversiteit en inclusie te versterken.
Ten eerste wordt het stimuleren van kritische zelfreflectie binnen organisaties gezien als essentiële stap. Door middel van workshops en trainingsmodules kunnen teams bewuster worden van hun eigen rol in het creëren van een inclusieve werkcultuur.
Ten tweede dient de 'why' van D&I versterkt te worden door meer aandacht te besteden aan de historische en maatschappelijke context. Door dieper in te gaan op sociale ongelijkheid en het koloniale verleden van Nederland wordt de noodzaak van D&I-beleid duidelijker en wordt voorkomen dat het onderwerp als oppervlakkig wordt ervaren.
De derde aanbeveling richt zich op het bieden van flexibele verdiepingsmogelijkheden. Door gebruikers zelf te laten kiezen hoe diep ze in bepaalde thema's willen duiken via bijlagen en achtergrondinformatie, wordt tegemoetgekomen aan verschillende informatiebehoeften. Deze aanbevelingen samen kunnen ervoor zorgen dat D&I leidt tot een dieper begrip en daarmee tot werkelijke transformatie. Zo wordt inclusie niet alleen een streven, maar een fundamenteel onderdeel van hoe culturele organisaties functioneren en hun maatschappelijke rol vervullen.