Op het podium staan grote schilderijen die gemaakt zijn door dagbesteding De Kunstfabriek, als decor voor de talentenshow. De Osse Anisa Slegers presenteerde de middag. Ook is er een professionele jury aanwezig die de kandidaten positieve feedback geeft. De juryleden zijn Manon van Hees en Bert Engelbart, beiden al jarenlang werkzaam in het lokale culturele veld. Na de voorstelling ging ambassadeur van de Code D&I Linda Schlief in gesprek met Lobke van der Sanden, programmeur en producent van Theater van de Stad.

Wat is het doel van Theater van de Stad?

In 2017 ben ik aangenomen omdat de directeur van het theater graag de maatschappelijke rol van het theater wilde vergroten. Waar we een tijd lang succesvol bezig waren met mooie voorstellingen programmeren en de zaal vullen met publiek, had hij een maatschappelijkere missie voor ons theater. Ik ben toen begonnen met de programmalijn “Theater van de Stad”; geïnspireerd door het “Podium van de Stad” van de Stadsschouwburg in Deventer. We willen hiermee inspelen op behoeftes die leven bij de lokale samenleving, en aanbod creëren dat nog gemist wordt. Inmiddels is dit ‘dochter-merk’ van ons theater niet meer weg te denken.

Wat is Guts & Glory en wat was de aanleiding om (nu voor de 4de keer) deze ‘Special Edition’ te organiseren?

In de tijd dat talentenjachten een hype waren, popten overal lokale talentenjachten op. De Lievekamp had ‘Guts & Glory’, een wedstrijd waarbij lokaal talent kon laten zien wat ze konden. Er was op een gegeven moment een ‘Music edition’ en een ‘Dance edition’ waarbij de jury een winnaar bepaalde. Ik deed altijd erg mijn best om zo veel mogelijk verschillende mensen te werven om hieraan mee te doen; en mensen met een beperking waren zeker welkom. Ik schreef dagbestedingen en woon-zorg-locaties aan om te laten weten dat ook zij kandidaten in konden schrijven. Toch merkten we dat mensen met een beperking zich nooit aanmeldden hiervoor. Na overleg met een lokale dagbesteding begreep ik dat het voor deze mensen echt niet veilig genoeg voelde om mee te doen aan deze talentenshow. Juist omdat er zo veel verschillende deelnemers waren. Naast jongeren die misschien wel de vooropleiding van het conservatorium doen en andere leeftijdsgenoten zonder beperking voelt de drempel om mee te doen echt te hoog.

Maar hoe inclusief is het om een speciale editie te organiseren voor een bepaalde doelgroep? Na het gesprek met deze dagbesteding werd me verzekerd: er is behoefte aan een eigen editie voor deze doelgroep. En dat is inmiddels zeker duidelijk, want dit is alweer de vierde editie en het blijkt een groot succes. Het enige verschil met de oorspronkelijke talentenjacht is dat deze editie geen wedstrijd is. Zo is de drempel om mee te doen nog lager. Wel is er een jury, omdat ook deze deelnemers graag gezien en gehoord worden door professionals en het geheel zo ook een serieus tintje heeft.

“Deze deelnemers hebben een hele grote urgentie om hier op het podium te staan, dat zie en voel je. Ze mogen misschien wel eens optreden in een buurthuis met carnaval, maar we willen ze juist deze ervaring geven van in een écht theater staan, het echte artiestenleven. Het hangen in de artiestenfoyer tot je aan de beurt bent, de lichten, techniek, backstage zijn.” – Lobke van der Sanden

Is het een idee om een persoon met een beperking als presentator of als jurylid te introduceren?

Ja, tot nu toe hebben we één keer een duo-presentatie gedaan; een jongen met een beperking presenteerde toen samen met Anisa. Het is wel van belang dat het goed loopt, de tijd in de gaten wordt gehouden enzovoort. Iemand met een (fysieke) beperking zou dit natuurlijk ook goed kunnen eventueel. Dus dat is zeker een mogelijkheid. In de jury zitten wel mensen die ervaring hebben met de doelgroep, zodat ze er wel op een passende manier bij aansluiten.

Waar liepen jullie tegenaan bij het organiseren van Guts & Glory special edition?

We zijn ons heel bewust van de gevoeligheid rondom een voorstelling als deze. We willen zorgen dat het een professionele, gelijkwaardige voorstelling is waarbij er niemand wordt uitgelachen of betutteld. Daarom steken we veel moeite in de randvoorwaarden en zorgen we dat het een serieus theaterprogramma is.

De communicatie is altijd wel een uitdaging met deze doelgroep. We willen alle deelnemers op een professionele, duidelijke en toegankelijke manier informeren. En dat moet ook efficiënt gebeuren, want met 50-60 producties per jaar kunnen we niet elke deelnemer afzonderlijk benaderen. Sommige deelnemers van de Special Edition zijn niet digi-vaardig of taalvaardig en sommigen juist heel erg. De één mailt zelf meerdere keren per dag, terwijl bij de ander de communicatie via een begeleider of dansdocent loopt. Dus zorgen we dat we in zeer toegankelijke taal schrijven en spreken zodat iedereen goed geïnformeerd is en zich welkom voelt.

Omdat we de deelnemers zo professioneel mogelijk benaderen krijgen ze soms ook te hoge verwachtingen. Dan vragen ze bijvoorbeeld in-ears, rookmachines of een heel decor, terwijl dat niet mogelijk is. Dat krijgen we altijd wel weer uitgelegd. De mensen waar we mee samenwerken op de dag zelf moeten dus ook goed en gelijkwaardig met de doelgroep om kunnen gaan.

De voorstelling zag er inderdaad professioneel uit, niet veel anders dan elke andere voorstelling. Je zag als publiek echt dat de deelnemers daardoor echt konden stralen en genieten. Hebben jullie nog tips voor andere organisaties om diverser en inclusiever te programmeren?

We werken vaak met doelgroepen die een beperkte belastbaarheid hebben. De enige manier om dat op een succesvolle manier te doen is ervoor zorgen dat de randvoorwaarden uitmuntend zijn. Er mag niets haperen aan de techniek. Je hebt goed team nodig dat goed op elkaar is ingespeeld, met heldere taakverdeling.  De ontvangst moet perfect verlopen, of het nu Guts & Glory is of Tineke Schouten. De horeca is gastvrij, de barmedewerkers staan klaar om er een mooie avond van te maken, achter de schermen, stage management, moet allemaal perfect zijn. Zodat de artiesten de ruimte hebben om misschien wat onzeker te zijn, anders te reageren dan wij gewend zijn, te stuntelen bij de repetitie. Dat moet allemaal kunnen, want de rest is allemaal in kannen en kruiken.

En: “Ga het gewoon doen!”

Theatergezelschappen maken wel steeds vaker inclusieve / meer diverse voorstellingen. Die worden dan wel geprogrammeerd. Maar theaters nemen daar zelf niet vaak initiatief toe, terwijl je zo veel oprechte verbinding met je stad kan maken. De hele stad gaat anders naar jou als theater kijken, als je met zo veel mensen rekening probeert te houden. Dat vraagt wel actie. Nadenken over waar behoefte aan is, vraagt ook om: overdag programmeren voor ouderen. Maar ook extra bankjes bij de ingang, waar mensen die met de auto worden afgezet kunnen wachten. Het gaat veel verder dan alleen programma-aanbod. Het heeft ons veel bewustwording gebracht over wat Diversiteit en Inclusie nou echt behelst. Van taal tot het gebouw. Ons gebouw wordt binnenkort verbouwd en we hebben echt de intentie om inclusie dan prioriteit te maken. Voor rolstoelgebruikers en prikkelgevoelige mensen is het gebouw nu echt niet geschikt. Er is nog véél te winnen.

Nog een tip: kijk echt naar je lokale samenleving. Met hele kleine stapjes ga je meer bereiken dan met een hele grote stap. Niet te veel ‘hoog over’ gaan met inclusie en diversiteit. Door allerlei hoogdravende thema’s te gaan programmeren bereik je niet per se het hart van je samenleving. Het heeft meer effect als je iets aanbiedt dat echt vanuit de lokale samenleving omhoog komt; dan zit er urgentie en noodzaak achter. Je kunt wel iets aanbieden omdat je het belangrijk vindt, maar als het niet aansluit bij de samenleving heeft het weinig impact; dan voelt het als ‘iets opleggen’.

Deel dit artikel